We schakelen in Nederland om naar wonen zonder aardgas. Maar met alleen goed isoleren, warmtepompen en schoon gas redden we dat niet. Er zijn andere manieren nodig om huizen te verwarmen. De verwachtingen voor warmtenetten zijn hoog: in 2030 zou een kwart van de wijken een warmtenet kunnen hebben.

Zo werkt een warmtenet

De stadsverwarming in Utrecht is een voorbeeld van een warmtenet. Het is een soort cv-installatie in het groot. Bij een warmtenet staat er ergens in een wijk een centrale ‘ketel’: de warmtebron. Uit die ketel komt warm water via buizen naar de huizen. Met een speciaal kastje in huis kun je die warmte gebruiken voor de verwarming en warm water. Water dat afgekoeld is, gaat terug naar de ketel. Die ketel warmt het water weer op en brengt het terug de huizen in.

Duurzame warmtenetten gebruiken aardwarmte of restwarmte als warmtebron. Bijvoorbeeld van een elektriciteitscentrale, een fabriek of een zonnepark. Hoe duurzamer die warmtebron is, hoe meer klimaatwinst een warmtenet oplevert.

5 weetjes over warmtenetten

• Er komen waarschijnlijk vooral warmtenetten in wijken waar huizen dicht op elkaar staan.
• Een warmtenet zorgt gemiddeld voor 60 procent minder CO2-uitstoot dan cv-ketels op aardgas.
• Je huis wordt op het warmtenet aangesloten met een klein kastje (een warmtewisselaar). Meestal hoeft er niets te veranderen aan de radiatoren of vloerverwarming.
• Je regelt de temperatuur in huis zoals je gewend bent: met een thermostaat in de kamer en knoppen op de radiatoren.
• Warmtenet of niet: het isoleren van je huis is altijd een goed idee.

Krijg ik ook een aansluiting op een warmtenet?

Je kunt pas aansluiten op een warmtenet als er een warmtenet in jouw straat is. Houd de plannen van jouw gemeente in de gaten via de website van je gemeente. Of volg jouw gemeente op social media.

Bron: Milieu Centraal